De naald bepaalt bij de Eenvoudige Sloffen

De naalddikte en de dikte van het garen

Ja, de naald bepaalt bij de Eenvoudige Sloffen! Bij de eenvoudige sloffen bepalen de naalddikte, maar zeker ook het garen hoe groot de slof wordt. Allereerst is de dikte van het garen natuurlijk bepalend. Hoe dunner het garen hoe meer steken er in 10 cm gaan. Dus hoe kleiner je breiwerk gaat worden. Stel het je maar voor 34 steken van 8-draads sokkenwol of van 4-draads sokkenwol.

Maar… ook de naalddikte kan nog wat betekenen. Als je strakker breit, komen er namelijk ook meer steken in 10 cm. De sloffen worden bij een gelijk aantal steken bij strakke breiers dus kleiner dan bij losse breiers.

Proeflapje

Om de juiste maat van de slof te bepalen, moet je dus wel een proeflapje maken.

Bij ons is dit een favoriete slof. Wij hebben daarom van de garens die we fijn vinden proeflapjes gebreid. Die liggen kant en klaar te wachten om gemeten te worden voor weer een nieuwe slof.

Uitrekenen

Heb je 17 steken in 10 cm? Dan kun je zo de beenomtrek uitrekenen:

34 steken moet je opzetten. Dit is de omtrek om de enkel / het been.

34 st. gedeeld door 17 st. = X

X maal 10 cm = Y cm beenomtrek.

Is je beenomtrek te klein? Dan het je minder steken op 10 cm nodig. Dikkere naalden en misschien ook dikker garen, dus.

Is je beenomtrek te groot? Dan heb je meer steken op 10 cm nodig. Dunnere naalden dus en misschien ook dunner garen.

Is het maar weinig omvang die erbij of eraf moet? Dan probeer je eerst alleen een dikkere of dunnere naald.

Let wel op: hoe losser je breiwerk hoe sneller je sloffen slijten. Maar je kunt er natuurlijk altijd zolen onder zetten.

Wil je meer weten over het effect van de naald op je proeflapje, dan is dit blog zeker de moeite van het lezen waard. En ben je een beginnende breier en zie de sloffen wel zitten? Dan is Werkdraad 1 misschien ook wel wat voor jou!