Wat doe je met de verschillende draden als je strepen breit?

Wij zijn gek op strepen breien. Het geeft een mooi grafisch effect, je kunt van je breiwerk eenvoudig iets bijzonders maken en je kunt natuurlijk je restjes opmaken (als je dat zou willen).

“Maar al die draadjes”, denk je dan. Als je niet te veel verschillen de kleuren gebruikt, kun je de draad waarmee je niet breit gewoon laten hangen. Heb je de kleur weer nodig dan zit de draad nog aan je breiwerk en brei je zo verder. Je hebt op deze manier veel minder af te hechten, dan wanneer je telkens opnieuw aanhecht.

Om te voorkomen dat je gaatjes krijgt in rondbreiwerk of om in plat breiwerk een nette kant te krijgen, is het wel handig om de ‘nieuwe’ draad steeds van onder de draad te pakken waarmee je net gebreid hebt.

Dus je breit tot waar je de nieuwe kleur op kan pakken, je laat de draad waarmee je breide vallen, je pakt de nieuwe draad van onder de oude draad op en gaat breien. Als je het consequent zo doet, krijg je een regelmatig patroon van kleurwisselingen zónder gaatjes.