Wat is de eerste toer na de opzet?
Als je een breiwerk gaat maken, begin je natuurlijk met een opzet en daarna brei je de eerste toer. Of toch niet?
De meest gebruikte opzet is de langedraadopzet (longtail cast-on). Deze opzet bestaat uit een lus en een omslag. Je steekt de naald door de lus (onder de draad over je duim) en maakt een omslag (met je wijsvinger), wipt de lus over de naaldpunt en je hebt één steek opgezet. Of….
Lussenopzet
We kijken eerst even naar de lussenopzet. Dit is de meest eenvoudige opzet. Je maakt een lus met je duim en schuift die op de naald. Dit doe je net zo lang tot je genoeg lussen (steken) op je naald hebt. Hierna ga je de eerste toer breien.
Lusopzet 1
Maak met de duim een lus.
Lusopzet 2
Steek de naald in de lus.
Lusopzet 3
Haal je duim uit de lus. Er zit een ‘steek’ op de naald.
Lusopzet 4
Lusopzet aan de goede kant (GK) van het werk.
Lusopzet 5
Lusopzet aan de verkeerde kant (VK) van het werk.
Langedraadopzet
De langedraadopzet werkt iets anders dan de lusopzet. Je start hetzelfde, met de duimlus, maar daarna ben je nog niet klaar.
Langedraadopzet 1
Maak een duimlus en steek de naald hierin.
Langedraadopzet 2
Pik de draad over de wijsvinger op.
Langedraadopzet 3
Wip de duimlus over de naaldpunt en dus over de omslag die je net met je wijsvinger maakte.
Langedraadopzet 4
De langedraadopzet aan de goede kant (GK) van het werk.
Langedraadopzet 5
Langedraadopzet aan de verkeerde kant (VK) van het werk.
Langedraadopzet
Kijk nu eens naar de langedraadopzet. De lussen die je maakt bij de lussenopzet en die je maakt bij de langedraadopzet zijn precies hetzelfde. Voor de lussenopzet ben je klaar na de lus; voor de langedraadopzet maak je nog een omslag waarna je de lus overhaalt. Je breit als het ware de lus die je eerst had. Na de langedraadopzet heb je dus al een toer gebreid. Dit kun je goed zien aan de verkeerde kant van je werk (foto 5): hier zitten de bobbeltjes van de steken van de vorige toer.
Waarom moet ik dit weten, denk je misschien? Dit is handige informatie om te hebben als je een patroon gaat maken.
Want:
Na de langedraadopzet heb je aan de goede kant van je werk al een toer recht gebreid. Je kunt dus met de tweede toer uit je patroon beginnen. Dit kan een averechte toer zijn als je tricotsteek breit, een rechte toer als je ribbels wilt breien.
En als je eerste toer helemaal niet recht moet zijn? Nou, dan zet je gewoon een lussenopzet op en breit de eerste toer zoals je patroon aangeeft.
Tot slot
Wil je meer weten over opzetten? Je kunt ons e-boek Draad!1 breien de basics downloaden en onze uitleg van verschillende opzetten op de site bekijken.