In onze vorige blogs heb je leren opzetten, recht breien en afkanten. Vandaag gaan we je leren averecht breien.

Als je alleen maar rechte steken breit, krijg je ribbels en dat heb je al gedaan. Maar soms wil je wel eens een andere steek breien. Het fijne van breien is dat er maar twee soorten steken zijn. Als je de averechte steek leert, kun je eigenlijk alle steken breien.

Eerst moet je weer een opzet maken. Zet maar weer 20 steken op. Als je bent vergeten hoe dat ook alweer ging, kun je ons blog over opzetten bekijken. Brei eerst even 6 toeren (6 keer een rij) recht.

Averecht brei je zo:

  1. Steek de naald van rechts naar links in de eerste steek op de linkernaald. Je steekt je rechternaald boven de linkernaald. Zorg er voor dat de draad voor je werk zit.

Dit is insteken.

averecht 1

  1. Sla de draad om de rechternaald. Dat doe je weer onder de breinaald door.

Dit is omslaan.

averecht 3
averecht 4
  1. Haal het nieuwe lusje door de oude lus. Dat doe je door het nieuwe lusje eigenlijk naar beneden door de oude lus te duwen.

Dit is doorhalen.

averecht 5
averecht 6
  1. Laat de steek afglijden.
  2. Herhaal stap 1 tot en met 4.

Als je alle steken van de linkernaald op de rechternaald hebt gebreid, wissel je weer de naalden. De breinaald met de steken verhuist naar de linkerhand en de breinaald zonder steken verhuist naar de rechterhand.

Je kunt trouwens hetzelfde versje opzeggen als bij recht breien.

Kom maar binnen door het deurtje, (insteken)
gauw het dasje omgedaan, (omslaan)
door het poortje weer naar buiten  (doorhalen)
en uit wandelen gegaan. (af laten glijden)
averecht 7

Tricotsteek

Als je nu een paar toeren averecht breit, zie je dat je weer ribbels krijgt. Die kon je al! We gaan je nu de tricotsteek (triekoo steek)  leren. Dat is het breiwerk dat je waarschijnlijk wel kent: het is glad aan de voorkant en ribbelig aan de achterkant.

Tricotsteek brei je zo:

  1. Brei een hele toer rechte steken. Let op, de draad zit aan de achterkant van je breiwerk.
  2. Brei een hele toer averechte steken. Let op, de draad zit aan de voorkant van je breiwerk.
  3. Brei weer een toer rechte steken.
  4. Brei weer een toer averechte steken.

Kijk eens naar je breiwerk. Je ziet een gladde kant en een ribbelige kant. De gladde kant is de goede kant van je breiwerk. De ribbelige kant noemen we de verkeerde kant (ook al is er niets verkeerds aan natuurlijk). En als je de ribbelige kant mooier vindt, maak je die gewoon de goede kant.

averecht 8

Aan de goede kant is je breiwerk nu glad en zie je v-tjes.

averecht 9

Aan de verkeerde kant is je breiwerk nu ribbelig.

Zo, je mag wel trots! Je hebt geleerd hoe je averechte steken kan maken! Ga weer goed oefenen, dan krijg je het gauw in de vingers. Het afkanten van je lapje doe je hetzelfde als bij het afkanten van rechte steken alleen brei je de steken nu averecht.

Je kunt ook nog een filmpje bekijken over averecht breien. Je vindt het hier.

Veel plezier!