Kabelrandje

Kabelrandjes kunnen je breiwerk net dat beetje extra geven. Het aanbreien van een ‘gewoon’ randje hebben we een tijdje geleden beschreven in een blog. Vandaag maken we een wat vrolijker randje: een kabelrandje.

Je breit de toeren van het randje net zo aan het lapje als bij een ‘gewoon’ randje. Bij de kabel, bij de kruising van de steken, brei je even niet aan. Bij het kruisen van de steken is het kabeltje dus los van het lapje.

Zo brei je het randje:

  1. Brei 5 ribbels (10 toeren) vast aan het lapje. Je begint aan de goede kant van je breiwerk.

2. Brei 1 ribbel los – dat is de zesde ribbel.

3. Kruis in de volgende toer de steken waarbij de eerste steek (de buitenste steek) niet meedoet. Die steek brei je gewoon. Wij hebben 7 steken dus breien we 1 steek, en nemen 3 steken op een kabelnaald op en houden die voor het werk, dan breien we 3 steken en daarna de 3 steken van de kabelnaald.

4. Brei de teruggaande toer (7 ribbels).

5. Brei nog 1 ribbel los van het lapje (ribbel 8). Hierna ga je weer ribbels vastbreien.

5. Herhaal 1 t/m 5.

6. Eindig met 5 vastgebreide ribbels.

Tenslotte

Je kunt in onze kabelblogs terugvinden hoe je een kabel maakt.

Zo’n kabelrandje kun je ook goed gebruiken als bies. De gaatjes naast de gekruiste steken kun je dan als knoopsgat gebruiken.

Het lapje is gebreid van sokkengaren, dat is lekker glad. Hoe gladder het garen hoe beter je de kabel ziet. Verder is het handig om met korte naalden zonder knop de rand te breien. Sokkennaalden zijn hier heel geschikt voor. Sokken naalden vind je o.a. hier.

Meer breitechnieken vind je in onze boeken en magazines. Je vindt ze in onze webshop.