Gaatje dicht vilten in je breiwerk

Ai, een gaatje in je trui! Dicht mazen is een optie, maar een gaatje in breiwerk dicht vilten kan ook. In dit geval was het een mottengaatje in een tweedehandstrui. Beter gezegd, mottengaatjes meervoud. Dat leek ons dus de uitgelezen kans om het dicht vilten eens uit te proberen. De trui is bedoeld als buitenklusjes trui en heeft een paar euro gekost. Niets aan verloren als het dicht vilten niet gaat lukken.

Wat heb je nodig?

Een gaatje dicht vilten gaat het best als je breiwerk én de vilt wol van 100% wol zijn. Waarschijnlijk werkt het ook als je breiwerk bijvoorbeeld 80% wol is, maar dat hebben we niet geprobeerd. Viltwol kan je in lonten of rolletjes kopen. Eventueel kan je ook dikke 1-draads wol uitpluizen. De wol moet in lange harige plukjes gebruikt worden.

Verder heb je een viltnaald en/of een viltpuncher nodig. Dat laatste is een houder voor meerdere viltnaalden en heeft een beschermkapje. Viltnaalden hebben een soort van weerhaakjes aan de punt waar je de wol mee in elkaar laat haken. Ze zijn enorm scherp, dus voorzichtig.

Om met een viltnaald te werken heb je ook een spons of viltkussen nodig. Wij gebruiken het liefst een prikviltmat of een viltborstel.

En ook al ben je nog zo voorzichtig, een pleister bij de hand is ook een goed idee.

Even uitproberen

Ook al is het een goedkope trui, het is verstandig het vilten even uit te proberen op een al bestaand proeflapje.

We knippen een gaatje in een proeflapje van Holst Garn Supersoft. Het proeflapje ligt op de viltborstel. Dan leggen we er wat uitgeplozen viltwol op. We prikken de wol eerst met een paar prikjes vast. Dan geven we nog een beetje model aan de wol, in dit geval een cirkel. Nog een paar keer prikken en het gat is dicht. Het werkt!

Je moet al prikkend steeds even checken of de viltwol dik genoeg is en of je het niet teveel vervilt. Door het prikken wordt de viltwol en ook je breiwerk compacter en krimpt dus een beetje. Ook is het slim je breiwerk af en toe even los te halen van de borstel of prikmat en te verleggen.

De echte gaatjes dicht vilten

Dan nu de gaatjes in de trui. We beginnen met een klein gaatje en leggen er wat viltwol op. Even vastprikken, dan wat meer model aan het rondje geven en prikken maar. Het gaat perfect. Het rondje op de trui wordt wel wat steviger dan de omgeving, maar het blijft wel een rekbaar briewerk.

Op de achterkant van de trui maken we nog een paar rondjes om gaatjes te dichten en een kleine vlek weg te werken

Uitgelubberde knoopsgaten opknappen

Dan naar de voorkant, die ziet er wat shabby uit met de uitgelubberde knoopsgaten. We stikken met naaigaren om de knoopsgaten heen en geven zo weer een beetje vorm. Dan vilten we om de knoopsgaten heen. Het geheel is een stuk steviger en de knopen gaan weer dicht. Misschien nog wat extra viltwol op de groene cirkel en dan is het mooi.

We vilten ook nog een roze cirkel over een vlekje die er in de was niet uit gaat.

Eindresultaat of niet?

Uiteindelijk hebben we een trui met her en der wat gevilte rondjes maar wel zonder gaten. We zijn er blij mee! De trui voelt nog steeds gebreid aan en ziet er best grappig uit. We hebben behoorlijk felle kleuren gebruikt, dat hoeft natuurlijk niet. Nu we de trui zo zien liggen, is de kans groot dat we er her der nog wat bij vilten, gewoon voor de leuk.

Extra experiment en verder

Op een andere kringloopvondst trui, van hele dunne machinaal gebreide wol en helaas met veel gaatjes, vilten we ook wat rondjes. We proberen de kleuren zo goed als mogelijk te benaderen door verschillende kleuren viltwol te mixen. Dit resultaat vinden we maar zo zo, de gevilte plekken worden eigenlijk te dik. Bovendien valt het niet mee de kleuren goed te matchen. Misschien wat meer oefenen of gewoon alleen op dikkere breiwerken toepassen?

Ale met al is een gaatje dicht vilten wel een techniek die we vaker gaan toepassen. En door al dat geprik in wol krijgen we sowieso zin in vilten.

Tip: je kunt het vilt principe ook gebruiken bij het doorknippen van je breiwerk. Hoe dat werkt, lees in ons boek Draad! 5 Fair Isle breien.