Wanda blok 1

Zo, je hebt al je spullen bij elkaar. Het proeflapje is klaar en je hebt de juiste breinaalden bij het door jou gekozen garen gezocht. We kunnen aan de gang.

Tijd voor Wanda blok 1. Het eerste motief is een gaatje: stippelmotief.

Met dit motief oefen je het maken van de omslag en het samenbreien van twee steken. Hieronder zie je het breischema van het stippelmotief.

Breischema

Je ziet, als je naar het breischema kijkt, dat de even toeren recht gebreid worden. Dit betekent dat je sjaal in ribbelmotief gebreid wordt. Dit is een handige steek voor een sjaal, want je sjaal gaat daardoor nooit krullen.

Leuk weetje: de sjaals (hapshawls) op de Shetland-eilanden worden traditioneel in ribbelsteek gebreid.

Verder zie je in het breischema dat steeds na de omslag twee steken samen gebreid moeten worden. Dit doe je om steeds hetzelfde aantal steken te behouden. Zou je dit niet doen, dan krijg je een sjaal die steeds breder wordt. Wil je meer weten over het lezen van een breischema, dan is Werkdraad 5 ajour breien een handig magazine om te hebben.

Aan de slag

Okay, aan de slag. Je gaat een tijdelijke opzet maken en zet een veelvoud van 8 steken op plus 2 steken plus aan beide zijden het aantal kantsteken dat je graag wilt hebben. Een tijdelijke opzet zorgt ervoor dat je, als je de eerste helft van de sjaal af hebt, levende steken hebt om de tweede helft van de sjaal mee te starten. Je hebt dus geen naad in het midden van je sjaal. Hierboven kun je goed zien dat de opzet op een oranje kabel zit én dat de opzet bestaat uit levende steken.

Wij wilden voor onze Wanda 4 kantsteken en hebben opgezet: 4 st + 56 st (7 x 8), 2 st., 4 st. = 66 steken.

In de eerste toer na de opzet plaats je de steekmarkeerders na de eerste kantsteken en voor de laatste kantsteken. Bij ons: 4 st. breien, plaats markeerring (pm), 58 st. breien, pm, 4 st. breien. Toer 1 is klaar. Dan brei je toer 2 – alleen maar recht.

Als je de derde toer gaat breien, volg je het breischema na de kantsteken. Dus: 4 kantsteken, verplaats de markeerring (vm) van de rechter- naar de linkernaald, *6 steken recht breien, 1 omslag maken, 2 steken recht samenbreien. Vanaf het * herhaal je het motief tot je nog 2 steken over hebt voor de laatste markeerring, die 2 steken brei je recht, je verplaatst de markeerring (vm), breit nog 4 steken recht (of het door jou gekozen aantal kantsteken) en klaar is toer 3.

Toer 4: je breit alle steken recht. Kom je een omslag tegen dan brei je die alsof het een rechte steek is.

Toer 5 t/m 8 brei je zoals in het schema staat aangegeven. Nu brei je ajour! Maar deze enkele gaatjes vallen een beetje weg in de ribbelsteek. Daarom hebben wij een truc toegepast.

TIP

In het breischema staat dat je toer 5 gewoon recht breit. Wij hebben in toer 5 nog eens in de gaatjes van het ajour gebreid. Hierdoor worden de gaatjes iets groter en vallen ze meer op. Het hoeft niet, natuurlijk, maar je kunt het eens proberen.

Als je klaar bent met toer 8 ga je weer toer 1 breien. Je breit toer 1 t/m 8 net zo lang tot je denkt dat je wel genoeg lengte hebt. In totaal zijn er 5 verschillende motieven in de sjaal waarvan dit eerste gaatjes motief het middelste blok wordt. Brei je van elk motief 20 cm dan heb je aan het einde van de rit zo’n 180 cm.

Bij de roze sjaal hebben we elk motief 20 cm hoog gemaakt en het stippelmotief één enkele keer gebreid. Dit motief kun je natuurlijk ook 40 cm maken. De keus is aan jou.

Wil je meer weten over ajour breien? Dan is Werkdraad 5 ajour breien een aanrader!

Brei ze, deze week!