rondbreien met de magic loop methodeWol & Co

Rondbreien met de magic loop methode is niet moeilijk. Op deze manier kan je rondjes van elke gewenste omvang breien, met 1 lange rondbreinaald. Handig bij het breien van mouwen, sokken, mutsen en meer.

Onze video heeft geen tekst. De beelden zijn op zich duidelijk genoeg. Wil je meer weten over rondbreien en o.a. de magic loop methode, kijk dan eens bij ons magazine Werkdraad 2 rondbreien. Daarin worden kort en bondig veel manieren van rondbreien uitgelegd, van breien met sokkennaalden tot en met het breien van twee rondjes tegelijk.

Zelf breien we graag met rondbreinaalden van ChiaoGoo. Deze rondbreinaalden hebben een kabel van staal met een coating van nylon. Het staal in de kabel zorgt er voor dat de kabel niet blijft krullen, hij blijft dus mooi ‘recht’. De nylon coating zorgt er voor dat je steken lekker makkelijk doorglijden.

Voor de duidelijkheid leggen we je eerst uit wat je moet doen:

  1. Zet het gewenste aantal steken op één naald op. Schuif de steken naar het midden van de kabel.

  2. Op de helft van het aantal steken trek je de kabel tussen twee steken door. Je krijgt een lus.

  3. Leg de breinaald neer. De punten wijzen naar rechts. De open kant van het breiwerk zit rechts, de werkdraad aan de achterste naald. Controleer of de opzet niet verdraaid zit.

  4. Trek nu de achterste naald door de achterste steken zonder de lus links te laten verdwijnen. De steken van de achterste naald staan nu alleen nog op de kabel.

  5. Duw de steken aan de voorkant van je werk op de naaldpunt.

  6. Met de ‘achterste’ naaldpunt ga je nu het rondje sluiten door de steken op de voorste naald te gaan breien. Leg de werkdraad over de kabel naar achteren. Je maakt rechts een lus in je kabelnaald en begint te breien.

  7. Na de eerste steek plaats je een markeerring om het begin van de toer aan te geven. Aan beide zijden heb je nu een lus. De steken die je breit, zie je aan de voorkant, de rest zit aan de achterkant.

  8. Brei de voorste naald uit.

  9. Keer je werk. De werkdraad zit weer achter. Deze leg je meteen weer naar achteren. Duw de steken aan de voorkant op de naald.

  10. Trek de achterste naald door, deze steken staan weer op de kabel. Je breit verder.
    Herhaal stap 9 en 10. Denk eraan dat je de werkdraad na het keren steeds naar achteren legt, zie ook stap 6 en 9.