Tricotsteek is zo’n beetje de basissteek in het breien. Als je recht en averecht kunt breien, kun je ook tricotsteek breien. Dit is de meest gebruikte breisteek, maar niet de steek die je het makkelijkst mooi krijgt.
Als je steken er niet regelmatig uitzien, ligt dat vaak aan de wat losser gebreide averechte toer. Brei je in het rond, dan heb je van averechte steken natuurlijk geen last. Je breit dan alleen maar toeren recht.
Wil je de ins en outs van het rondbreien onder de knie krijgen dan is Draad! 2 – rondbreien hét boek om te hebben.
Voor tricotsteek brei je om en om een toer recht en een toer averecht.
In het breischema hierboven kun je goed zien dat je, wanneer je in het rond breit, je alleen maar rechte toeren hoeft te breien. Je zit immers steeds aan de goede kant van je werk.
Is de kant met de rechte steken de goede kant dan brei je rechte tricotsteek. Is de kant met de averechte steken de goede kant dan brei je averecht tricotsteek.
Let op dat je de draadspanning bij de rechte en averechte steken even groot is, anders krijg je verschil in steek grootte.
Dit voorbeeld is gebreid met Supersoft van Holst Garn. Dit is een 100% wollen garen dat we in 76 kleuren leveren.
Tenslotte vind je hier nog een leuk blog over het worstelen met de tricotsteek.