Moorse boord

Moorse boord is een leuk afwisselend en rekbaar motief, dat je krijgt door meerderen en minderen. Heel geschikt dus voor een boord, een sok of een muts.

Hieronder vind je wat speciale aanwijzingen. Laat je hier vooral niet door afschrikken. Het zijn maar minderingen en meerderingen. Ook de teltekening wijst zich vanzelf als je hem precies volgt.

Goed om te weten:

  1. De teltekening is voor plat breiwerk. Wil je rond breien dan brei je alleen de herhaling. Lees ook nog eens ons blog hierover.
  2. Het motief begint met een toer aan de verkeerde kant! Je kunt ook gewoon met toer 2 beginnen (aan de GK dus), dat valt echt niemand op.
  3. Niet elke toer heeft precies evenveel steken. In toer 4 en 14 minder je steken, die je er in toer 6 en 16 pas weer bijmaakt. Dus: geen steken tellen na toer 4, 5, 14 en 15.
  4. Het grijze hokje (geen steek) is een hokje dat je negeert. Bijvoorbeeld in toer 5 brei je 4 r., 1 av., 3 r., 1 av. enz.
  5. Spelciale aanwijzingen:

(2 afh-1r-afh.overh.): haal 2 steken TEGELIJK af alsof je recht gaat breien, brei 1 recht, haal de twee afgehaalde steken over de afgehaalde steek. Je hebt van drie steken één gemaakt en de middelste steek ligt bovenop.

(1 r., omsl., 1 r) in 1 st.: steek in de steek en brei deze recht, maar laat de steek niet afglijden, maak een omslag om de rechternaald, brei dezelfde steek en laat daarna alles afglijden. Je hebt van één steek drie steken gemaakt.

bva: brei in de voorkant (voorpootje) van een steek, niet aflaten glijden, brei daarna in het achterkant (achterpootje) van dezelfde steek. Je hebt van één steek twee steken gemaakt.

Wol & Co Moorse boord
Wol & Co Moorse boord breischema

Zo brei je Moorse boord

Zet een veelvoud van 6 st. + 5 op.

Tr. 1 en 3 (VK!): 4 r., *3 av., 3 r.; herh. vanaf *, eindig met 1 r.

Tr. 2 (GK): 1 r., *3 av., 3 r.; herh. vanaf *, eindig met 3 av., 1 r.

Tr 4: 1 r., *3 av., (2 afh-1r-afh.overh.); herh. vanaf *, eindig met 3 av., 1 r.

Tr. 5: 4 r., *1 av., 3 r.; herh. vanaf *, eindig met 1 r.

Tr. 6: 1 r., *3 av., [(1 r., omsl., 1 r) in 1 st.]; herh. vanaf *, eindig met 3 av., 1 r.

Tr. 7, 8 en 9: zoals 1, 2 en 3.

Tr. 10: 2 r., 2 av.samenbr., *1 r., [(1 r., omsl., 1 r) in 1 st.], 1 r., 3 av.samenbr.; herh. vanaf *, eindig met 1 r., [(1 r., omsl., 1 r) in 1 st.], 1 r., 2 av.samenbr., 2 r.

Tr. 11 en 13: zoals tr. 2, maar dan aan de VK.

Tr 12: zoals 1, maar dan aan de GK.

Tr. 14: 1 r., *(2 afh-1r-afh.overh.), 3 av.; herh. vanaf *, eindig met (2 afh-1r-afh.overh.), 1 r.

Tr. 15: 1 r., 1 av., *3 r., 1 av.; herh. vanaf *, eindig met 1 r.

Tr. 16: 1 r., *[(1 r., omsl., 1 r) in 1 st.], 3 av.; herh. vanaf *, eindig met [(1 r., omsl., 1 r) in 1 st.], 1 r.

Tr. 17, 18 en 19: zoals tr. 11, 12 en 13.

Tr. 20: 2 r., bva, *1 r., 3 av.samenbr., 1 r., [(1 r., omsl., 1 r) in 1 st.]; herh. vanaf *, eindig met 1 r., 3 av. samenbr., 1 r., bva, 2 r.

Herhaal tr. 1 t/m 20