Met twee naalden opzetten geeft niet altijd een rekbare opzet.
Soms heb je een rekbare opzet nodig. Bijvoorbeeld, voor de boord van een sok of als je een ajourshawl breit. Zo’n rekbare opzet krijg je niet door gewoon los op te zetten. Je onderste rij steken wordt dan alleen maar lubberig.
Een veelgehoorde tip is dat je dat op moet zetten, terwijl je de lussen op een dikkere naald zet of zelfs de opzet op twee naalden tegelijk maakt. Dit geeft grote opzetsteken, maar niet per se een rekbare opzet.
De rekbaarheid van een opzet wordt bepaald door de ruimte tussen de steken en niet door de lussen van de steken. Bij de langedraadopzet worden de steken ‘vast geknoopt’. Dit zet de steek dus vast. Het extra garen dat in de lus van de steek zit, kan niet naar de voet van de steek verdwijnen.
Je kunt deze opzet iets rekbaarder krijgen door de oud-Noorseopzet te gebruiken. De steek wordt wel vast geknoopt, maar er zit nog een extra slinger aan de basis.
Langedraadopzet met twee naalden tegelijk.
Je ziet hier de vervorming van de eerste toer door de opzet met extra grote steken.
Lussenopzet
Hoe krijg je dan wel echt meer ruimte tussen de steken? Je kunt de lussenopzet gebruiken. In deze opzet zit de steek niet vast met een knoopje; de lus kan dus schuiven. De extra ruimte in de lus kan in de voet van de steek opgenomen worden.
Je kunt de lussenopzet zelfs met een dikkere naald of met twee naalden maken. Hierdoor krijg je wél meer ruimte. Dit is handig als je iemand bent die strak opzet.
De lussenopzet slingert zich onder de eerste toer door. Hierdoor ontstaat rek.
Breiend opzetten
Je kunt ook breiend opzetten. Deze opzet is rekbaar van zichzelf. Dit komt doordat je de lus twee keer zo groot maakt door het breien – je hebt nl. twee naalden in de lus als je een steek maakt.
Zet je toch nog te strak op dan kun je altijd een dikkere naald nemen en deze alleen voor de opzet gebruiken. De eerste toer brei je dan met de naald die het patroon aangeeft.
De lussen blijven wat groter bij de gebreide opzet doordat er twee naalden door één steek gaan tijdens het breien.
Vooral voor ajourbreiwerk is de gebreide opzet een goede keus, want er blijven wel open lussen zichtbaar.
Conclusie
Bij een opzet gebruik je alleen een dikkere naald of twee naalden tegelijk als de ruimte die je in de steek maakt, opgenomen kan worden in de voet van de steek. Nooit als je de steken ‘vastknoopt’ zoals met de langedraadopzet.
