Wanneer heb je markeringen in je breiwerk nodig?

We schreven al eerder een blog over aantekeningen maken tijdens het breien. En net als bij aantekeningen maken, geldt bij markeren in breiwerk: als je het project waar je aan breit in één keer af kunt maken, hoef je dit blog niet te lezen.

Als je wel af en toe je breiwerk weg moet leggen, is het handig om het even te lezen, want wie heeft er nooit eens zijn breiwerk opgepakt en gedacht: “Waar was ik ook alweer?”

In een aantal situaties is het handig bij te houden waar je bent gebleven.

  1. Als je toeren moet tellen
  2. Als je op dezelfde plek dezelfde handeling uit moet voeren een paar toeren verderop.
  3. Als je een herhaling van een wat groter motief hebt
markeren verticaal 1

markeren verticaal 2

Toeren tellen I

Als je toeren moet tellen kan dat door  markeerringen aan te brengen in je breiwerk.

Je moet dat wel even onthouden of de steek waar je de markeerring in steekt al meetelt of juist niet. Het is ook handig om markeerringen te gebruiken die je open kunt maken. Zo zijn ze gemakkelijk verplaatsbaar.

Op het linkerplaatje zijn meerderingen geteld.

Op het rechterplaatje zijn minderingen geteld.

1. Leg een draad tussen twee steken

2. brei verder of er niets aan de hand is.
3. brei tot waar je iets moet doen.
4. Leg de draad tussen twee steken naar achter.
5. Brei verder tot je weer iets moet doen.
6. Herhaal dit tot je niet meer hoeft te tellen

Toeren tellen II

Je kunt ook toeren tellen door een draad in je breiwerk mee te weven.

Tussen twee steken leg je een draad. Als je het vereiste aantal toeren gebreid hebt, leg je de draad terug tussen twee steken. Er loopt nu verticaal een losse draad over je werk. Als je weer het vereiste aantal toeren gebreid hebt, leg je de draad weer tussen twee steken door de andere kant op als je net deed.

Steeds als je de draad tussen je steken door legt, is er een telmoment.

1. brei tot de markeerring

2. voer een actie uit.
3. verschuif de markeerring van de linkernaald naar de rechternaald
4. brei verder

Steken tellen

Soms moet je binnen een toer tellen. Als je bijvoorbeeld een breiwerk maakt waarin een motief herhaald wordt, is het handig om steeds na een motief een markeerring te plaatsen. Zo weet je steeds of het motief dat je gebreid hebt juist is, want als je niet uitkomt bij de markeerring is er iets mis gegaan.

Soms moet je meerderen of minderen in een toer. Dan plaats je ook een markeerring. Je weet dan dat je als je bij de markeerring komt een actie moet ondernemen.

Een markeerring die je in de toer gebruikt, hoeft niet perse open te kunnen. Je verschuift hem immers van de linker- naar de rechternaald tijdens het breien.

Sommige breiers gebruiken liever een opschrijfboekje om in bij te houden waar ze zijn. Dat kan natuurlijk prima.

Uit ervaring weten we dat zo’n opschrijfboekje ook wel eens wegraakt en dan ben je de aantekeningen kwijt.

Ook wanneer een motief of techniek moeilijk te ‘lezen’ is, kan een markeerring uitkomst bieden. Je hoeft niet te gokken waar je bent in het patroon, je weet het zeker door de markeerring.