In ons eerste blog over kabels is de basis uitgelegd. Vandaag willen we wat variatie aanbrengen in het kabelgebeuren.
Alleen al door de twee basiskabels tegen elkaar aan te breien en tegen elkaar in te laten draaien krijgen je een verrassend effect. Het ziet er moeilijk uit, maar in principe zijn het gewoon twee basiskabels.
De basiskabel wordt gemaakt door twee kolommen rechte steken om elkaar heen te laten draaien. Dat kan linksom en dat kan rechtsom.
Je kunt ook één van de twee kolommen bovenop de andere kolom laten golven. Je gebruikt de basistechnieken van het kabelbreien, maar door ze anders toe te passen, krijg je een verrassend nieuw effect.
We schreven al dat je door de achtergrondsteek te veranderen een heel ander uiterlijk van de kabel kunt krijgen.
Vergelijk deze twee kabels eens: De ene kabel is met twee kolommen rechte steken en de andere met een kolom rechte en een kolom averechte steken. Wat een verschil!
Je kunt natuurlijk een mix maken van golvende en draaiende kabels. Niets is te gek in het kabelsbreien.
Hiernaast zie je het breischema van de rechterkabel. Je ziet dat je in wezen niets anders doet dan de basistechnieken toepassen. Alleen is nu één van de kolommen averecht in plaatsa van recht.
Wat de kabels dus verschillend maakt is de keuze voor de kolom die boven ligt en of je recht of averecht in de kolom gebruikt. Dat maakt dat het er telkens weer anders uit kan zien.
Het is wel belangrijk dat je, wanneer je een kabelmotief breit, goed bijhoudt welke toer je aan het breien bent. Kabelwerk is moeilijk te lezen. Daarover zullen we het in een later blog zeker nog gaan hebben.
