De voetafdruk van je garens

Vandaag een blog over de voetafdruk van je garens. Je hebt garens in soorten en maten, natuurlijk. Je kunt letten op milieuvriendelijkheid en zeker ook op diervriendelijkheid. Maar soms zie je even door de bomen het bos niet meer. Hieronder zetten we heel in het kort een paar dingen op een rij. Bedenk dat dit blog geen volledige kaart van het garenlandschap biedt. Het loont de moeite om op het internet één en ander uit te zoeken als je nog wat meer wilt weten.

Diervriendelijkheid van een garen

Met het kopen van garens die van dieren afkomstig zijn, koop je een mooi natuurlijk product. Er wordt heel wat ophef gemaakt over de dieronvriendelijkheid van wol. Maar is alle wol dan dieronvriendelijk? Het antwoord is natuurlijk nee. Er zijn genoeg wolproducenten die heel goed voor hun dieren zorgen.

Een paar goede merken

Schaapjeswol van Trollenwol. Trollenwol laat het garen zelf maken. De wol is afkomstig van een kleinschalige biologische Nederlandse (zorg) schapenboerderij. Het proces van wol tot garen is helemaal transparant.

Novita – een Fins merk. De wol is afkomstig van Finse en Noorse producenten en er is toezicht op het dierenwelzijn. Je koopt het bij Hooks & Yarn.

Lopi garens – IJslandse wol waarbij het welzijn van de dieren en de lokale productie van groot belang is voor deze garenproducent.

Texelse Schapenwol geproduceerd door De Noordkroon – de wol komt van Texelse schapen die lekker op de dijk grazen. Een heel kleine voetafdruk dus.

Zijde is ook een dierlijk product. Zijde wordt wel toegepast in sokkengarens in plaats van polyamide. Zo lijkt zijde een milieuvriendelijk alternatief voor polyamide, maar bedenk wel het volgende: voor 500 g zijde zijn ongeveer 2.600 cocons nodig. Om de zijden draad van de cocon heel te houden, mag de rups die in de cocon zit zich geen weg naar buiten eten. De cocons worden daarom gekookt – met rups en al – om de ‘lijm’ aan de draden weg te spoelen en om de rupsen te doden.

Plantaardige garens

Dan zijn er de plantaardige vezels waar garens van gemaakt worden. Een nadeel van plantaardige vezels is dat er geen rek in de vezel zit. Met het twijnen van het garen kan er iets van elasticiteit in het garen komen, maar veel is dit niet.

Voor de productie van katoen is heel veel water nodig. Bovendien worden er veel bestrijdingsmiddelen gebruikt in de katoenteelt. Een biologisch garen is daarom een goede keus – voor het milieu en voor de katoenboeren zelf.

Bamboegaren

Bamboegarens zijn viscosegarens. Viscose wordt gemaakt van plantenpulp. Deze pulp kan van allerlei planten en ook bomen komen – dit kunnen biologisch geteelde bomen zijn of ultrasnel gekweekte bamboe en alles daar tussenin. Van de pulp wordt, kort gezegd, een papje gemaakt door de pulp in chemicaliën te weken. En van die pap worden dan weer ‘draden’ gemaakt door de pulp uit een soort douchekop te persen. Je kunt je wel voorstellen dat dit een heel productieproces is waar ook weer veel water (en afvalwater) aan te pas komt, maar ook chemicaliën.

Het verven van de garens

Ook het kleuren van plantaardige vezels is moeilijker dan het verven van wol. En ook dit kan een aanslag op het milieu en de gezondheid van de werknemer zijn. Verder zou je nog na kunnen denken over de afstand die een garen afgelegd heeft.

Conclusie

Er is steeds meer goed, eerlijk en milieuvriendelijk garen te vinden. Het is echt de moeite waard om je daar eens in te verdiepen. Google eens wat of vraag aan je lokale wolwinkel hoe het zit met de garens die zij verkopen. Zij weten precies hoe en wat.

En niet vergeten: de kleinste voetafdruk is misschien wel het opbreien van al die bollen en restjes die er nog liggen!