Lapjes van restjes: log cabin

Lapjes van restjes: log cabin, is het onderwerp van dit blog. Want het is altijd fijn wat ideeën te hebben voor restverwerking. Want iedereen die breit weet ook dat je van een project altijd wat garen overhoudt. En na enkele paren streepjessokken waren wij wel toe aan iets anders. We zijn lapjes gaan breien om daar uiteindelijk een deken van te maken.

Er zijn allerlei manieren om gelijkmatige lapjes te breien en hier laten we je één manier zien: log cabin lapjes. Later zullen er nog meer blogs volgen over het breien van lapjes.

De log cabin lapjes zijn eenvoudig te breien en vragen weinig ander denkwerk dan het kiezen van de kleuren.

Wat moet je kunnen?

Je breit de log cabin lapjes in ribbelsteek – gewoon recht dus. Dat is handig, omdat de ribbels en de steken 1 op 1 berekend kunnen worden. Dus 1 steek is net zo hoog en breed als 1 ribbel.

Verder moet je wel kunnen afkanten en steken op kunnen nemen. Hier vind je een filmpje over afkanten. Steken opnemen doen we gewoon op het oog als we haaks op de ribbels op moeten nemen. Nemen we op bovenop een kolom, dan steken we precies boven een kolom in.

Hiernaast zie je de volgorde waarin we de lapjes breien. Voor elk blok gebruikten we een andere kleur voor de duidelijkheid. Je begint met 10 steken en eindigt met 50 steken.

Wat ga je doen?

Om de lapjes van restjes in log cabin te maken ga je zoals hieronder te werk.

1.Blok 1: zet 10 steken op en brei 10 ribbels (= 20 toeren).

2. Blok 2: na 10 ribbels hecht je kleur 2 aan en breit hiermee weer 10 ribbels.

3. Hierna zit je aan de goede kant van het werk. Je gaat afkanten. Als je nog één steek op de naald hebt staan, kun je de draad afknippen en doortrekken als je met kleur 3 verder wilt. Wil je het volgende blok ook in kleur 2 breien dan haal je de bol door de lus voordat je de lus aantrekt. Zo krijg je een strak begin van het volgende blok.

4. Blok 3: je neemt haaks op blok 1 en 2 twintig steken op. Na 10 ribbels kant je weer af zoals bij 3.

5. Blok 4: neem 10 steken op haaks op blok 3 en de 10 opzetsteken van blok 1 (20 steken). Brei weer 10 ribbels en kant af.

6. Blok 5: neem 30 steken op haaks op blok 4, 1 en 2. Brei 10 ribbels en kant af.

7. Blok 6: neem 10 steken op haaks op blok 5, 10 steken bovenop blok 2 en weer 10 steken haaks op blok 3 (30 steken). Na 10 ribbels kant je weer af zoals bij 3.

8. Blok 7: neem 10 steken op haaks op blok 6, neem de 20 steken bovenop blok 3 op en neem 10 steken haaks op blok 4 op (40 steken). Brei 10 ribbels en kant af.

9. Blok 8: neem 10 steken op haaks op blok 7, neem de 20 steken bovenop blok 4 op en neem 10 steken haaks op blok 5 op (40 steken). Brei 10 ribbels en kant af.

10. Blok 9: neem 10 steken op haaks op blok 8, neem de 30 steken bovenop blok 5 op en neem 10 steken haaks op blok 6 op (50 steken). Brei 10 ribbels en kant af.

Het kleurgebruik

Je hebt nu een lapje met 9 verschillende kleuren. Maar juist met de kleuren kun je leuke effecten bereiken.

Je kunt de lapjes verschillend maken door met de kleur te werken.

Wil je driehoeken?

Voor driehoeken maak je blok 2, 3, 6 en 7 van kleur B en de blokken 3, 4, 8 en 9 van kleur C.

Blok 1 hebben we in kleur A gebreid, maar dat kan natuurlijk ook B of C zijn of streepjes met B of C. Wat jij leuk vindt.

Vierkanten maken

Wil je vierkanten maken dan brei je de blokken 2, 3, 4 en 5 in dezelfde kleur en de blokken 6 t/m 9 in weer een andere kleur.

Tenslotte

Je kunt natuurlijk ook variëren in de hoogte van de blokken. Waar je dan op moet letten is dat als je de ribbels naar boven telt vanaf het midden van het middelste blokje je steeds hetzelfde aantal ribbels hebt.

Bijvoorbeeld als je steeds 10 ribbels breit, dan tel je voor het middelste blokje 5 ribbels en de twee blokken daarboven (blok 2 en 6) 20 ribbels = 25 ribbels.

Nog een laatste tip: brei je lapjes niet te strak / vast. Een deken moet lekker soepel zijn en fijn om je heen vallen.