Wil je in een patroon het garen vervangen door een ander garen? Dat is natuurlijk geen probleem. Je moet wel rekening houden met een paar dingen en misschien wel wat berekeningen doen.

In een patroon staat altijd aangegeven welk garen gebruikt wordt en op welke naalddikte het project gebreid wordt. Om een garen te vervangen zoek je een garen dat zo veel mogelijk in de buurt komt van het originele garen.

Dikte en steekverhouding

Allereerst moet de dikte van het garen waarmee je gaat breien ongeveer hetzelfde zijn. Je controleert dit door een proeflapje te breien (DOEN!) en te meten of je dezelfde steekverhouding krijgt als in het patroon.

Is je lapje te klein dan kun je nog een proeflapje breien op dikkere pennen.

Is je lapje te groot dan kun je er nog één breien op dunnere pennen.

Kijk in elk geval naar het aantal steken in 10 cm maar soms is het aantal toeren in 10 cm ook belangrijk. Bijvoorbeeld in Fair Isle breiwerk en ook bij het afkanten voor de kop van een mouw is het belangrijk. Je wilt namelijk geen te krappe mouw.

samenstelling van het garen

Samenstelling van het garen

Ook belangrijk is de samenstelling van het garen. Een project dat in wol gebreid is, wordt heel anders wanneer je het van katoen breit.

De valling en de steekverhouding veranderen mee met de samenstelling van het garen. Ook de wasbaarheid en het draagcomfort van een garen hangt af van de samenstelling.

Daarnaast geeft niet elk garen dezelfde rek. Zo rekt wol veel en katoen rekt helemaal niet. Dit is wel iets om rekening mee te houden.

glad garen

Structuurgaren

Kleur en structuur

Naast de dikte en samenstelling van het garen zijn de kleur en de structuur van het garen iets om rekening mee te houden.

Zo is een kabeltrui het mooist van een glad niet te donker garen. Ga je bijvoorbeeld kabels breien van donker garen of garen met veel structuur dan zie je de kabels niet.

Bedenk ook hoe je project gebruikt gaat worden. Sokken worden niet voor niets van speciale sokkenwol gebreid. Zou je sokken van 100% wol breien, dan zullen je sokken snel  slijten en ze kunnen niet in de wasmachine.

looplengte van het garen

Hoeveel garen heb je nodig?

Naast het soort garen heb je ook nog te maken met de hoeveelheid garen die je nodig zult hebben. Misschien zitten er meer of minder meters op de bol van het vervangende garen dan op de bollen van het originele patroon.

Op de wikkel van de bol staat hoeveel meters garen er op de bol zitten. In een patroon staat ook vaak hoeveel garen er op de gebruikte bollen zit. Staat het niet in het patroon dan kun je vaak wel op internet vinden.

De hoeveelheid garen bereken je zo:

Je rekent eerst het totaal aantal meters garen in het originele project uit.

Deze totale hoeveelheid meters deel je door het aantal meters op één bol van het garen dat je gaat gebruiken. Nu weet je hoeveel bollen je nodig hebt. Wel het aantal bollen dat je nodig denkt te hebben, afronden naar boven, want anders kom je tekort.

groot proeflapje

Tenslotte

Nog een tip: koop eerst één bol van het garen dat je wilt gebruiken en brei een GROOT proeflapje. Zo kun je zien of je het garen echt geschikt vindt voor je project.

En als het garen toch niet zo geschikt is, heb je geen grote hoeveelheid garen gekocht. Vind je het garen wel goed voor het project dan heb je een proeflapje waaraan je later ook bijvoorbeeld je boorden kun uitproberen. Of waarop je kunt oefen met het naaien van de naden.